Inhoud
- Voorbeelden van organische ziekten
- Voorbeelden van functionele stoornissen
- Functionele versus psychosomatische symptomen
In tegenstelling tot een niet-organische (functionele) aandoening, is een organische ziekte er een waarbij er detecteerbare fysieke of biochemische veranderingen zijn in de cellen, weefsels of organen van het lichaam. Een niet-organische ziekte daarentegen is een ziekte die zich manifesteert met symptomen, maar waarvan het ziekteproces ofwel onbekend is of niet kan worden gemeten met de huidige wetenschappelijke middelen.
Voorbeelden van organische ziekten
De voorwaarde organische ziekte is een overkoepelende classificatie voor veel verschillende soorten ziekten. Ze kunnen gelokaliseerd zijn (wat betekent dat ze een specifiek deel van het lichaam aantasten) of systemisch (meerdere orgaansystemen beïnvloeden). Ze kunnen worden geërfd of worden veroorzaakt door externe of omgevingsfactoren. Sommige organische ziekten zijn overdraagbaar, worden van de ene persoon op de andere overgedragen, terwijl andere niet overdraagbaar zijn.
Enkele van de bredere categorieën en soorten organische ziekten zijn onder meer:
- Auto-immuunziekten waarbij het immuunsysteem van het lichaam zijn eigen cellen en weefsels aanvalt, zoals:
- Type 1 diabetes
- Multiple sclerose (MS)
- Reumatoïde artritis
- Lupus
- Psoriasis
- Kanker waarbij abnormale cellen zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en gezonde cellen inhalen, zoals:
- Borstkanker
- Melanoma
- Leukemie
- Lymfoom
- Longkanker
- Colorectale kanker
- Ontstekingsziekten die acute of progressieve schade aan cellen en weefsels veroorzaken, zoals:
- Artrose
- Pelvic inflammatory disease (PID)
- Virale meningitis
- Atherosclerose
- Fibromyalgie
- Infectieziekten waarbij een bacterie, virus, schimmel, parasiet of andere microbe wordt overgedragen tussen individuen, zoals:
- HIV
- Hepatitis C
- Zika-virus
- Tuberculose
- Influenza
Voorbeelden van functionele stoornissen
Een niet-organische ziekte wordt meestal functioneel genoemd, wat betekent dat er ziekteverschijnselen zijn, maar geen duidelijke maatregelen om een diagnose te stellen. In het verleden werden functionele stoornissen grotendeels als psychosomatisch beschouwd. Tegenwoordig erkennen we dat veel van deze aandoeningen onderscheidende kenmerken hebben die ze definiëren, ongeacht de emotionele toestand van een persoon.
Pruritus (jeuk) is zo'n voorbeeld van een functioneel symptoom. Op zichzelf wordt het geassocieerd met noch een fysieke noch biochemische verandering, maar blijft het een zeer reële en tastbare sensatie. Hetzelfde geldt voor vermoeidheid, chronische hoofdpijn of slapeloosheid. Het ontbreken van meetbare biomarkers betekent niet dat ze niet bestaan; het vertelt ons eenvoudig dat de oorzaken onbekend zijn (idiopathisch).
In de afgelopen jaren werden ziekten zoals epilepsie, migraine en de ziekte van Alzheimer ooit als functionele stoornissen beschouwd. Tegenwoordig is dat niet meer het geval.
Veel functionele stoornissen worden tegenwoordig geclassificeerd op basis van hun symptomatische profiel. Voorbeelden zijn:
- Prikkelbare darmsyndroom (IBS)
- Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
- Fibromyalgie
- Temporomandibulaire gewrichtspijn (TMJ)
- Gastro-oesofageale refluxstoornis (GERD)
- Interstitiële cystitis
Functionele versus psychosomatische symptomen
Psychiatrische ziekten worden ook grotendeels als functioneel beschouwd, omdat we de onderliggende oorzaak niet gemakkelijk kunnen identificeren. Deze omvatten klinische depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD), obsessief-compulsieve stoornis (OCS) en posttraumatisch stress-syndroom (PTSD).
Een psychiatrische ziekte is echter niet hetzelfde als een psychosomatische ziekte. Psychosomatische symptomen zijn symptomen waarvan wordt aangenomen dat ze voortkomen uit de spanningen en spanningen van het dagelijks leven. Ze worden aangedreven door de mentale of emotionele toestand van een persoon en manifesteren zich vaak met symptomen van rugpijn, hoofdpijn, vermoeidheid, hoge bloeddruk, indigestie, kortademigheid, duizeligheid en impotentie.
Functionele symptomen verschillen van psychosomatische symptomen doordat het wegnemen van de emotionele stress de ernst van de symptomen kan verminderen, maar ze niet volledig kan uitwissen.