Inhoud
Het zenuwstelsel is op een grappige manier georganiseerd. Informatie die van en naar de hersenen komt, wordt 'omgedraaid', zodat de linkerkant van de hersenen informatie van de rechterkant van het lichaam controleert en ontvangt. Evenzo wordt de linkerkant van het lichaam bestuurd door de rechterkant van de hersenen.Zenuwen in het ruggenmerg volgen vaste paden terwijl ze naar de hersenen rennen. Vergelijkbare soorten zenuwen lopen op een georganiseerde manier samen.
De zenuwen die trillingen, lichte aanraking en proprioceptie detecteren (waar het lichaam zich in de ruimte bevindt) komen bijvoorbeeld allemaal het ruggenmerg binnen en stijgen op in wat de dorsale kolommen worden genoemd naar de hersenen aan dezelfde kant als de geïnnerveerde ledemaat. Voor het linkerbeen lopen de vezels bijvoorbeeld langs de linkerkant van het ruggenmerg omhoog. Bij de hersenstam steken de vezels echter over naar de andere kant.
Dit is vergelijkbaar met hoe het zenuwstelsel vezels organiseert die een deel van het lichaam vertellen om te bewegen. In de hersenen bevinden de vezels zich aan de andere kant van het lichaam als de geïnnerveerde ledemaat, maar schakelen ze over aan de onderkant van de hersenstam. De linkerkant van de hersenen stuurt bijvoorbeeld signalen die vervolgens langs de rechterkant van het ruggenmerg gaan voordat ze naar de rechterarm gaan. De linkerkant van de hersenen bestuurt dan de rechterkant van het lichaam.
In tegenstelling hiermee kruisen zenuwvezels die sensaties zoals pijn en temperatuur detecteren, niet over aan de basis van de hersenstam, maar kruisen ze in plaats daarvan bijna zodra ze het ruggenmerg binnenkomen via de arm of het been. Vezels aan de linkerkant van het ruggenmerg bevatten pijn- en temperatuurzenuwvezels van de rechterarm en het rechterbeen. De vezels kunnen echter enkele niveaus stijgen voordat ze oversteken.
Gedeeltelijke schade
Dus wat gebeurt er als slechts de helft van het ruggenmerg beschadigd is? Onderbroken vezels omvatten trillingen, lichte aanraking en proprioceptie vanaf dezelfde kant van het lichaam als de laesie. Ook aan die kant is de controle over het lichaam beschadigd. De pijn- en temperatuursensatie gaan echter verloren aan de andere kant van het lichaam, vaak een of twee segmenten lager dan het letsel.
Dit fenomeen werd voor het eerst beschreven door Charles Édouard Brown-Séquard in 1850, die het wat nu bekend staat als het Brown-Séquard-syndroom beschreef bij het bestuderen van boeren die gewond waren geraakt tijdens het snijden van suikerriet in de Republiek Mauritius. De meest voorkomende oorzaak van dit syndroom blijft traumatisch letsel aan slechts een deel van de rug. Omdat de wond precies de helft van het ruggenmerg hoeft door te snijden, blijft het relatief zeldzaam, maar het is nuttig om de werking van het ruggenmerg te illustreren.
Als iemand lijdt aan het Brown-Séquard-syndroom, kan magnetische resonantiebeeldvorming worden gebruikt om de oorzaak en locatie van het letsel te bevestigen. Naast trauma kunnen laesies zoals infecties, ontstekingen of tumoren leiden tot Brown-Séquard. De behandeling hangt af van de aard van de laesie.