Inhoud
Bilaterale salpingo-ovariëctomie, ook wel BSO genoemd, is een chirurgische ingreep waarbij zowel de eierstokken als de eileiders worden verwijderd. Deze operatie wordt meestal uitgevoerd tijdens een hysterectomie, waarbij de baarmoeder van een vrouw wordt verwijderd, maar niet altijd.Als daarentegen slechts één eierstok en eileider worden verwijderd, wordt de procedure een eenzijdige salpingo-ovariëctomie genoemd. Het wordt soms aangeduid als rechts of links met het acroniem RSO (rechter salpingo-ovariëctomie) of LSO (linker salpingo-ovariëctomie).
Indicaties
Een bilaterale salpingo-ovariëctomie wordt gedaan om bepaalde soorten gynaecologische kanker te behandelen, vooral eierstokkanker. Het kan ook worden uitgevoerd om borstkanker en eierstokkanker te voorkomen bij vrouwen met een sterk genetisch risico.
Resultaten van deze operatie
Wanneer de eierstokken worden verwijderd, ondergaan vrouwen onmiddellijk een chirurgische menopauze. Dit betekent dat vrouwen die vóór de operatie premenopauzaal waren, ook postmenopauzaal zullen zijn. Chirurgische menopauze bootst wat er gebeurt in de natuurlijke menopauze, wanneer de oestrogeenspiegels van een vrouw afnemen met de leeftijd, als gevolg van een afname van de ovariële functie. Het betekent ook dat een vrouw geen kinderen kan krijgen.
Deze afname van oestrogeen veroorzaakt gewoonlijk symptomen die verband houden met de menopauze, zoals opvliegers, nachtelijk zweten en vaginale droogheid. De plotselinge daling van oestrogeen in het lichaam met chirurgische verwijdering van de eierstokken kan de bijwerkingen van de menopauze ernstiger maken in vergelijking met de meer geleidelijke afname van oestrogeen tijdens de natuurlijke menopauze.
De afname van oestrogeen na verwijdering van de eierstokken kan ook het risico van een vrouw op hartaandoeningen en osteoporose of botverlies verhogen - net als tijdens de natuurlijke menopauze.
Wat gebeurt er na een operatie?
Een vrouw zal na de operatie contact moeten opnemen met haar gynaecoloog en huisarts om gezondheidsrisico's, zoals hartaandoeningen en osteoporose, te controleren en ook om te bepalen of menopauzale hormoontherapie gerechtvaardigd is.
Menopauzale hormoontherapie bestaat uit oestrogeen en / of progesteron, dit zijn hormonen die de eierstokken van een vrouw maken. Als een vrouw haar baarmoeder heeft laten verwijderen met haar eierstokken, kan ze alleen oestrogeentherapie krijgen. Aan de andere kant, als een vrouw haar baarmoeder nog heeft, heeft ze naast oestrogeen ook progesterontherapie nodig. Progesterontherapie wordt gegeven om oestrogeen-gemedieerde verdikking van het baarmoederslijmvlies te voorkomen, wat baarmoederkanker kan veroorzaken.
De beslissing om hormoontherapie in de menopauze te nemen is complex en hangt af van een aantal factoren, zoals uw leeftijd, symptomen, familiegeschiedenis, medische geschiedenis en persoonlijke behoeften. De dosis, duur, risico's en voordelen van menopauzale hormoontherapie moeten zorgvuldig met uw arts worden besproken - het is een beslissing die uniek is voor elke vrouw.