Inhoud
Wat is ondervoeding?
Ondervoeding is de aandoening die ontstaat wanneer het lichaam geen vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen krijgt die het nodig heeft om gezonde weefsels en orgaanfunctie te behouden.
Ondervoeding komt voor bij mensen die ofwel ondervoed ofwel overvoed zijn. In de Verenigde Staten lijden meer kinderen aan ondervoeding door een onevenwichtige voeding dan door voedingstekorten.
Ondervoeding treedt op wanneer niet genoeg essentiële voedingsstoffen worden geconsumeerd of wanneer ze sneller worden uitgescheiden dan ze kunnen worden vervangen. Overvoeding komt voor bij mensen die te veel eten, de verkeerde dingen eten, niet voldoende bewegen of te veel vitamines of andere voedingsvervangers slikken. Het risico op overvoeding wordt verhoogd door meer dan 20 procent overgewicht te hebben of door een dieet met veel vet en zout te consumeren.
Ongeveer 1 procent van de kinderen in de Verenigde Staten lijdt aan chronische ondervoeding.
Symptomen
Ondervoede kinderen kunnen te kort zijn voor hun leeftijd, mager of opgeblazen, lusteloos en een verzwakt immuunsysteem hebben. Voedingsstoornissen kunnen elk systeem in het lichaam en de zintuigen van zien, proeven en ruiken aantasten. Ze kunnen ook angst, stemmingswisselingen en andere psychiatrische symptomen veroorzaken.
Andere symptomen zijn onder meer:
Bleke, dikke en droge huid
Gemakkelijk blauwe plekken krijgen
Huiduitslag
Veranderingen in huidpigmentatie
Dun haar dat strak gekruld is en gemakkelijk uit te trekken is
Achy gewrichten
Botten die zacht en zacht zijn
Tandvlees dat gemakkelijk bloedt
Tong die gezwollen of verschrompeld en gebarsten kan zijn
Nachtblindheid
Verhoogde gevoeligheid voor licht en verblinding
Diagnose
Algehele uitstraling, gedrag, verdeling van lichaamsvet en orgaanfunctie kunnen een arts waarschuwen voor de aanwezigheid van ondervoeding. Patiënten kan worden gevraagd om op te schrijven wat ze gedurende een bepaalde periode eten. Röntgenfoto's kunnen de botdichtheid bepalen en gastro-intestinale stoornissen onthullen, evenals hart- en longschade.
Bloed- en urinetests worden gebruikt om het gehalte aan vitamines, mineralen en afvalproducten van de patiënt te meten.
Behandeling
Patiënten die niet kunnen of willen eten of die via de mond ingenomen voedingsstoffen niet kunnen opnemen, kunnen intraveneus worden gevoed (parenterale voeding) of via een sonde die in het maagdarmkanaal wordt ingebracht (enterale voeding). Sondevoeding wordt vaak gebruikt om voedingsstoffen te geven aan patiënten die brandwonden hebben opgelopen of een inflammatoire darmaandoening hebben. Deze procedure omvat het inbrengen van een dunne buis door de neus en deze voorzichtig langs de keel leiden totdat deze de maag of dunne darm bereikt. Als langdurige sondevoeding nodig is, kan de sonde via een incisie in de buik direct in de maag of dunne darm worden geplaatst.