Inhoud
Het Moebius-syndroom is een zeldzame aangeboren (aanwezig bij de geboorte) aandoening die het gevolg is van onderontwikkeling van de aangezichtszenuwen die sommige oogbewegingen en gezichtsuitdrukkingen beheersen. De aandoening kan ook de zenuwen aantasten die verantwoordelijk zijn voor spraak, kauwen en slikken.
Moebius syndroom Oorzaken
De primaire oorzaak van het Moebius-syndroom is onbekend en de meeste gevallen komen sporadisch voor. Hoewel de medische literatuur tegenstrijdige theorieën bevat, suggereert het merendeel van het onderzoek een combinatie van genetische en omgevingsrisicofactoren. Sommige gevallen suggereren een verhoogd risico om de aandoening van ouder op kind over te dragen. Aanstaande gezinnen met een voorgeschiedenis van het Moebius-syndroom kunnen baat hebben bij genetische counseling.
Symptomen van het Moebius-syndroom
Mensen met het Moebius-syndroom ervaren:
Zwakte of volledige verlamming van de gezichtsspieren
Problemen met slikken of zuigen
Moeilijkheden met spreken en veelvuldig kwijlen
Onvermogen om gezichtsuitdrukkingen te vormen, waaronder glimlachen, fronsen, wenkbrauwen optrekken, lippen trekken of ogen sluiten
Gespleten gehemelte
Tandheelkundige problemen
Hand- en voetproblemen, waaronder klompvoet en ontbrekende of gefuseerde vingers (syndactylie)
Gehoorproblemen
Hoog gehemelte
Geïrriteerde en droge ogen
Motorvertragingen
Syndroom van Polen (afwijkingen op de borstwand en de bovenste ledematen)
Strabismus (gekruiste ogen)
Moebius-syndroombehandeling
De medische zorg van uw kind vereist een verscheidenheid aan specialisten, waaronder neurologen, oogartsen, plastisch chirurgen, KNO-artsen en spraakpathologen.
Het Moebius-syndroom kan de hersenzenuwen beïnvloeden die verantwoordelijk zijn voor de controle van de spieren in de tong, kaak, strottenhoofd en keel, evenals de spieren die spraak produceren. Als gevolg hiervan kunnen kinderen met het Moebius-syndroom worstelen met de juiste articulatie en resonantie. In ernstige gevallen van het Moebius-syndroom kan ook een speciale fles of voedingssonde nodig zijn om te helpen bij de juiste voeding. Voedingsproblemen nemen echter meestal toe met de leeftijd naarmate kinderen een goede motorische controle ontwikkelen. Fysiotherapie en logopedie kunnen kinderen helpen meer controle te krijgen over hun spreken en eten, en kunnen ook de algehele coördinatie en motoriek verbeteren.
Voedingsproblemen kunnen ook leiden tot voedselophoping achter de tanden, waardoor bederf ontstaat. Regelmatig flossen en tandenpoetsen kan opbouw en beschadiging van tanden en tandvlees helpen voorkomen. Bij kinderen met een gespleten gehemelte kan orthodontie nodig zijn om de tanden en kaken uit te lijnen.
Een operatie kan nodig zijn om scheelzien (scheelzien) te corrigeren of om zenuwen en spieren over te brengen naar het gezicht, waardoor het vermogen om te glimlachen wordt verbeterd. Reconstructieve chirurgie kan ook helpen bij het aanpakken van verschillen in gezicht, ledematen en kaak.