Gebruik en effecten van niet-myeloablatieve stamceltransplantatie

Posted on
Schrijver: Tamara Smith
Datum Van Creatie: 26 Januari 2021
Updatedatum: 22 November 2024
Anonim
Medische Publieksacademie UMCG - Stamceltransplantatie
Video: Medische Publieksacademie UMCG - Stamceltransplantatie

Inhoud

Niet-myeloablatieve stamceltransplantaties, of "minitransplantaties", zijn een relatief nieuw type allogene perifere stamceltransplantatie waarbij het merg niet hoeft te worden weggenomen (weggevaagd) dan bij traditionele stamceltransplantaties. Ze worden ook allogene transplantaties met verminderde intensiteit genoemd.

Hoe ze werken

Bij traditionele stamceltransplantaties krijgen patiënten extreem hoge doses chemotherapie, met of zonder bestraling, om het merg weg te vagen of te ‘verwijderen’. Vervolgens krijgen ze een infuus van donorstamcellen om de productie en immuniteit van bloedcellen te herstellen.

De intensieve doses chemotherapie en bestraling die bij traditionele stamceltransplantaties worden gegeven, zijn misschien niet het enige dat verantwoordelijk is voor hun succes bij de remissie van kanker. Bij niet-myeloablatieve stamceltransplantaties worden veel kleinere doses chemotherapie gebruikt om een ​​positief resultaat te bereiken.

Transplantaat versus maligniteit

Het principe achter het potentiële succes van dit type transplantatie wordt het "graft-versus-malignancy" (GVM), "graft-versus-tumor" of "graft-versus-leukemie" -effect genoemd. Zodra de donorstamcellen bij de ontvanger zijn geïnfuseerd, herkent het 'nieuwe' immuunsysteem dat eventuele resterende kankercellen abnormaal zijn en vernietigt het deze.


Verschil met myeloablatieve stamceltransplantaties

Niet-myeloablatieve transplantaties verschillen voornamelijk in wat er vóór de transplantatie gebeurt. In vergelijking met myeloablatieve transplantaties gebruiken minitransplantaties veel lagere en minder toxische doses chemotherapie en bestraling, gevolgd door de infusie van donorstamcellen. Dit proces maakt gebruik van het transplantaat versus maligniteitseffect terwijl het minder toxisch is voor de ontvanger.

Net als bij traditionele stamceltransplantaties, brengen minitransplantaties ook het risico met zich mee van graft-versus-hostziekte, waarbij de getransplanteerde cellen uw cellen als vreemd en aanvallen beschouwen.

Toepassingen

Dit type transplantatie kan een goede optie zijn voor patiënten die ouder zijn of die andere medische aandoeningen hebben waardoor ze de toxische chemotherapie-effecten van reguliere transplantaties niet kunnen verdragen.

Niet-myeloablatieve stamceltransplantatie kan ook een rol spelen bij de behandeling van patiënten die in remissie zijn met hoogrisicokanker, zoals acute myeloïde leukemie, of die een terugval hebben gehad na een eerdere stamceltransplantatie.


Onderzoekers kijken ook naar het succes van niet-myeloablatieve stamceltransplantatie bij patiënten met solide tumorkankers, zoals borst- en nierkanker, evenals andere medische aandoeningen zoals multiple sclerose.

Omdat het even duurt voordat de gedoneerde cellen volwassen zijn, worden deze transplantaties meestal niet gebruikt wanneer kanker zich in de meest gevorderde stadia bevindt.

Effectiviteit

Niet-myeloablatieve transplantaties zijn gebruikt om verschillende soorten bloedkankers te behandelen, waaronder Hodgkin- en non-Hodgkin-lymfoom, myeloom en leukemie. De responspercentages varieerden in onderzoeken.

Dit is een heel nieuwe procedure, waarvan de eerste minder dan 20 jaar geleden werd uitgevoerd, dus er is beperkt langetermijnonderzoek beschikbaar voor de voordelen en risico's van dit type transplantatie. De eerste veelbelovende resultaten geven echter hoop aan patiënten die anders geen stamceltransplantatie zouden kunnen ondergaan, vooral degenen tussen de 50 en 75 jaar.

  • Delen
  • Omdraaien
  • E-mail
  • Tekst