Inhoud
Wat is het oor?
Het oor is het orgaan van gehoor en evenwicht. Het oor bestaat uit:
Uitwendig of uitwendig oor, bestaande uit:
Pinna of oorschelp. Dit is het buitenste deel van het oor.
Externe gehoorgang of buis. Dit is de buis die het uitwendige oor met het binnen- of middenoor verbindt.
Trommelvlies (ook wel het trommelvlies genoemd). Het trommelvlies scheidt het uitwendige oor van het middenoor.
Middenoor (trommelholte), bestaande uit:
Gehoorbeentjes. Dit zijn de 3 kleine botten die met elkaar zijn verbonden en de geluidsgolven naar het binnenoor sturen. De botten heten:
Malleus
Incus
Stapes
buis van Eustachius. Een kanaal dat het middenoor verbindt met de achterkant van de neus. De buis van Eustachius helpt om de druk in het middenoor gelijk te maken. Het hebben van dezelfde druk zorgt voor de juiste overdracht van geluidsgolven. De buis van Eustachius is bekleed met slijm, net als de binnenkant van de neus en keel.
Binnenoor, bestaande uit:
Cochlea. Dit bevat de zenuwen om te horen.
Vestibule. Dit bevat receptoren voor evenwicht.
Halfcirkelvormige kanalen. Dit bevat receptoren voor evenwicht.
Wat is de neus?
De neus is het reukorgaan en maakt deel uit van het perifere zenuwstelsel. De neus bestaat uit:
Externe neus. Een driehoekige projectie in het midden van het gezicht.
Neusgaten. Dit zijn twee kamers die worden gescheiden door het septum.
Septum. Dit bestaat voornamelijk uit kraakbeen en bot en is bedekt met slijmvliezen. Het kraakbeen geeft ook vorm en ondersteuning aan het buitenste deel van de neus.
Neusholtes. Passages die zijn bekleed met slijmvliezen en kleine haartjes (trilharen) die helpen de lucht te filteren.
Sinussen. Vier paar met lucht gevulde holtes die ook zijn bekleed met slijmvliezen.
Wat is de keel?
De keel is een ringvormige spierbuis die fungeert als doorgang voor lucht, voedsel en vloeistof. De keel helpt ook bij het vormen van spraak. De keel bestaat uit:
Strottenhoofd. Dit huisvest de stembanden en is cruciaal voor spraak en ademhaling. Het strottenhoofd dient ook als doorgang naar de luchtpijp (luchtpijp naar de long).
Epiglottis. Dit bevindt zich boven het strottenhoofd en werkt samen met het strottenhoofd en de stembanden om het voedsel in de slokdarm te duwen, waardoor het voedsel niet in de luchtpijp komt.
Amandelen en adenoïden. Deze bestaan uit lymfeweefsel en bevinden zich aan de achterkant en zijkanten van de mond. Ze beschermen tegen infectie, maar hebben over het algemeen weinig doel na de kindertijd.