Inhoud
- Whipple-procedure
- Minimaal invasieve pancreaschirurgie
- Distale pancreatectomie
- Totale pancreatectomie
- Chirurgische marges
- Palliatieve chirurgie
Een operatie kan worden uitgevoerd als een potentieel genezende maatregel als de kanker zich in de alvleesklier bevindt en niet is uitgezaaid (uitgezaaid) naar bloedvaten, lymfeklieren of andere organen. De American Society of Clinical Oncology schat dat slechts ongeveer 20 procent van de alvleesklierkankerpatiënten in aanmerking komt voor dit type operatie.
Op het moment van diagnose hebben de meeste patiënten met alvleesklierkanker al een uitgezaaide ziekte. Deze patiënten zouden geen baat hebben bij operatieve verwijdering van hun primaire tumor. Een operatie kan echter worden gebruikt om de symptomen te verlichten of complicaties bij patiënten met uitgezaaide kanker te voorkomen. Uw arts zal helpen bepalen of een operatie een haalbare behandelingsoptie is.
Voor chirurgische kandidaten is het type operatie dat wordt uitgevoerd voor het verwijderen van alvleesklierkanker gebaseerd op het stadium en de locatie van de tumor.
Whipple-procedure
Lees meer over de Whipple-procedure.
Minimaal invasieve pancreaschirurgie
Minimaal invasieve of laparoscopische chirurgische technieken kunnen soms worden gebruikt bij pancreaschirurgie, afhankelijk van de locatie van de tumor. Laparoscopische procedures worden uitgevoerd met kleine incisies in de buik waardoor door een telescoop geleide instrumenten worden geplaatst.
Conventionele operaties vereisen een langere incisie en een bredere opening van de buik. Met laparoscopische ingrepen kunnen chirurgen over het algemeen het bloedverlies van de patiënt en het risico op infectie verminderen. Uw chirurgische oncoloog kan u helpen bepalen of u in aanmerking komt voor een minimaal invasieve procedure.
Distale pancreatectomie
Bij een distale pancreatectomie verwijderen chirurgen het lichaam en de staart van de pancreas, waarbij de kop van de pancreas intact blijft. Bovendien wordt de milt meestal verwijderd.
Totale pancreatectomie
Als de minst voorkomende operatie aan alvleesklierkanker, wordt deze procedure gebruikt wanneer tumoren zich door de pancreas uitstrekken. Bij een totale pancreatectomie verwijderen chirurgen de gehele pancreas, milt, galblaas, het gemeenschappelijke galkanaal en delen van de dunne darm en maag.
De meeste patiënten zullen na de procedure één tot twee weken in het ziekenhuis blijven. Door de gehele alvleesklier te verwijderen, kunnen patiënten geen enzymen produceren voor de spijsvertering of insuline voor het reguleren van de bloedglucose (suiker) niveaus. Als gevolg hiervan moeten patiënten na een operatie de rest van hun leven aanvullende enzymen en insuline gebruiken.
Chirurgische marges
Chirurgische randen bevinden zich aan de rand of rand van het alvleesklierkankerweefsel dat tijdens de operatie wordt verwijderd. Chirurgen en pathologen werken samen om ervoor te zorgen dat de tumormarges van elke patiënt rond de chirurgische excisie tijdens de operatie worden geëvalueerd. Omdat de patholoog de tumormarges in realtime onder de microscoop controleert, kan hij of zij het operatieteam begeleiden naar de resterende kankercellen in de grensgebieden van de tumor, wat aangeeft dat er mogelijk extra weefsel moet worden verwijderd. In sommige gevallen kunnen niet alle kankercellen volledig worden verwijderd.
Wanneer een patholoog een marge als negatief of schoon omschrijft, betekent dit dat de patholoog geen kankercellen aan de rand van het weefsel heeft gevonden, wat suggereert dat alle kanker is verwijderd. Wanneer de marge als positief of betrokken wordt beschreven, suggereert dit dat niet alle kanker is verwijderd.
Palliatieve chirurgie
Voor meer gevorderde kankers kan een operatie worden uitgevoerd om problemen zoals een geblokkeerd galkanaal of darm te verlichten of te voorkomen. Palliatieve chirurgie wordt niet gebruikt om de ziekte te genezen.