Inhoud
- Taken instellen
- Initiëren en ondersteunen van activiteit
- Bewakingsactiviteit
- Emotionele regulatie
- Anticiperen op en toezicht houden op stimuli
- Reageren op verandering in salience
- Van aandacht wisselen
- Uitvoerende controle
Functies van de frontale kwabben zijn onder meer vasthouden aan een idee en ons toekomstige gedrag laten leiden door deze gedachte. De frontale kwabben helpen ons om doelen en taken voor onszelf te stellen, geschikte acties te kiezen uit vele opties, onaanvaardbare reacties en reacties te onderdrukken en de relaties tussen objecten en concepten te bepalen.
Er zijn twee hoofdafdelingen van de frontale kwabben: de cortex en de paralimbische regio's. De cortex bestaat uit de lichamen van zenuwcellen die precies op het hersenoppervlak liggen. Deze cellen communiceren met elkaar via lange draadachtige processen die axonen worden genoemd. Sommige axonen duiken diep in de hersenen, waar ze communiceren met structuren dichter bij de hersenkern.
Onder de structuren dichter bij het centrum van de hersenen bevinden zich de paralimbische regio's, waarvan wordt aangenomen dat ze verband houden met basisemoties, functies en drijfveren. Dit in tegenstelling tot de corticale regio's, waarvan wordt aangenomen dat ze complexer zijn en die ons mogelijk in staat stellen na te denken. Samen stellen de cortex en de paralimbische delen van de frontale kwabben ons in staat om taken uit te voeren die centraal staan in hoe we over onszelf denken.
Taken instellen
In tegenstelling tot dieren die gewoon instinctief reageren op wat er voor hen ligt, hebben mensen het vermogen om van tevoren te plannen. Om dit te doen, moeten we informatie in onze gedachten kunnen vasthouden. Anders zouden we constant vergeten waar we aan dachten. Dit vasthouden van informatie, zelfs bij afleiding, vindt plaats in het ventrolaterale gebied van de prefrontale cortex. Het dorsolaterale gebied van de prefrontale cortex kan dan de verzamelde informatie manipuleren om een plan te formuleren.
Initiëren en ondersteunen van activiteit
Aangenomen wordt dat de structuren in het middelste en frontale deel van de hersenen (mediale frontale structuren) gedrag aansturen. Als deze gebieden beschadigd raken, kan iemand alle motivatie verliezen om zelfs de eenvoudigste taak uit te voeren. Dit staat in extreme gevallen bekend als abulia of akinetisch mutisme.
Bewakingsactiviteit
De orbitofrontale cortex decodeert en anticipeert op de beloningswaarden van signalen, objecten en keuzes. Deze regio kan ons bijvoorbeeld helpen bepalen of iets ons in de toekomst waarschijnlijk pijn zal doen of schaden. Men denkt dat de mediale orbitofrontale cortex reageert op beloningen en de laterale orbitofrontale cortex op bestraffing. Het gebied dichter bij de achterkant van de hersenen (posterieur) is concreter - dit is het deel dat de emotionele betekenis van een plak chocoladetaart onmiddellijk herkent als smakelijk en wenselijk. De delen van de orbitofrontale cortex die dichter bij de voorkant van de hersenen (anterieur) liggen, hebben te maken met meer abstracte en symbolische beloningen, zoals het geld dat kan worden besteed aan het kopen van een chocoladetaart.
Emotionele regulatie
De orbitofrontale cortex vertoont ook verhoogde activiteit wanneer iemand zijn emoties reguleert. Dit is omgekeerd evenredig met de activiteiten in de amygdala. Schade aan de orbitofrontale cortex leidt tot ontremming en gedachteloos gedrag, zoals te zien is in het beroemde geval van Phineas Gage.
Anticiperen op en toezicht houden op stimuli
De cortex cingularis anterior helpt bij het bijhouden van signalen die zowel van de buitenwereld als van onze eigen geest en lichaam komen. Iets onverwachts kan aanvullende verwerking veroorzaken voordat een antwoord wordt gegeven. In de bekende Stroop-test wordt bijvoorbeeld een lijst met felgekleurde woorden getoond De truc is dat het woord "rood" in de kleur groen mag worden gedrukt. Iemand die een Stroop-test doet, wordt verteld het geschreven woord te negeren en alleen de kleur te zeggen. Deze zorgvuldige selectie en focus op slechts één aspect van de buitenwereld vereist het gebruik van het anterieure cingulaat.
Reageren op verandering in salience
Salience is de maatstaf van hoe belangrijk en relevant een bepaald signaal op een bepaald moment voor u is. Als je bijvoorbeeld honger hebt, valt een stuk chocoladetaart heel goed op. Nadat je de helft van de cake hebt gegeten, verandert je wenselijkheid van die cake. Om de betekenis van een stukje informatie te bepalen, moeten de hersenen snel sensorische, viscerale en autonome signalen integreren. Het salience-netwerk omvat de insula en een deel van de frontale cortex, wat ons helpt om dingen betekenis te geven.
Van aandacht wisselen
Mensen hebben de mogelijkheid om te kiezen wat onze aandacht verdient. Dat gezegd hebbende, kan onze aandacht, afhankelijk van de omstandigheden, snel schakelen tussen verschillende dingen in onze omgeving.
Het ventrale aandachtsnetwerk omvat delen van de middelste en inferieure frontale gyrus en de temporoparietale cortex. Dit helpt ons om ons snel op iets te oriënteren, zelfs als het een doel onderbreekt, en laat ons beslissen of we ons moeten blijven concentreren op de nieuwe stimulus of terug moeten gaan naar de taak die voor ons ligt.
Uitvoerende controle
De capaciteiten van de frontale kwabben kunnen allemaal worden gezien als een bijdrage aan wat neurologen 'uitvoerende controle' noemen. Dit duidt op ons vermogen om onze reacties op onze omgeving te beheersen, in plaats van alleen te reageren op wat er op dit moment voor ons ligt.
Dankzij de uitvoerende controle kunnen we afleidingen om ons heen filteren. Het stelt ons ook in staat te controleren wat we denken, en onze focus zodanig te verleggen dat we niet worden afgeleid door onze eigen gedachten. Uitvoerende controle over emoties stelt ons in staat te reguleren hoe we voor anderen overkomen en onszelf te motiveren, zelfs als we niet gemotiveerd zijn. Ten slotte stelt uitvoerende controle over het motornetwerk ons in staat onze ogen te bewegen of ergens naar te reiken.