Inhoud
Pulmonale hypertensie - verhoogde bloeddruk in de longslagader - is een ernstige aandoening die vele oorzaken heeft. Voor artsen is het begrijpen van de oorzaak van de pulmonale hypertensie van een persoon een cruciale eerste stap bij het kiezen van een optimale therapie.Classificatie van pulmonale hypertensie
Omdat de oorzaken van pulmonale hypertensie zo gevarieerd zijn, helpt het om ze in afzonderlijke categorieën in te delen. In een poging om de classificatie van pulmonale hypertensie te standaardiseren - zodat artsen en onderzoekers die de verschillende oorzaken bespreken, ze dezelfde taal spreken - heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een nieuw classificatiesysteem gepubliceerd dat snel de standaard is geworden.
Voorafgaand aan dit nieuwe classificatiesysteem werd pulmonale hypertensie gewoonlijk onderverdeeld in slechts twee brede categorieën: primair of idiopathisch (waarbij geen onderliggende oorzaak kan worden vastgesteld) en secundair (waarin een onderliggende oorzaak is gevonden). Er zijn echter zoveel soorten secundaire pulmonale hypertensie geïdentificeerd dat dit eenvoudige classificatiesysteem inadequaat werd.
De WHO-classificatie van pulmonale hypertensie
Het nieuwe classificatiesysteem van de WHO probeert specifieker te zijn over het mechanisme van pulmonale hypertensie en de verwachte respons op de behandeling. Het is een handig classificatiesysteem voor experts op het gebied van pulmonale hypertensie, maar voor patiënten en voor sommige artsen kan het een beetje verwarrend lijken.
Dit geldt vooral omdat dit nieuwe classificatiesysteem niet echt strikt is georganiseerd volgens het mechanisme van de onderliggende oorzaak van pulmonale hypertensie, maar eerder enigszins willekeurig lijkt.
Het WHO-classificatiesysteem verdeelt pulmonale hypertensie in vijf categorieën:
- Groep 1: Deze groep omvat aandoeningen waarbij pulmonale hypertensie gepaard gaat met afwijkingen in de kleine takken van de longslagader, de arteriolen. Er zijn verschillende soorten pulmonale hypertensie in Groep 1, waaronder idiopathische pulmonale hypertensie en pulmonale hypertensie als gevolg van verschillende soorten infectie zoals HIV, bindweefselaandoeningen zoals sclerodermie, toxines zoals fenfluramine, amfetaminen en cocaïne; en sommige soorten aangeboren hartafwijkingen.
- Groep 2: Deze groep omvat pulmonale hypertensie veroorzaakt door linkszijdige hartaandoeningen zoals cardiomyopathie, diastolische disfunctie, mitralisstenose, mitralisinsufficiëntie, aortastenose en aortaregurgitatie.
- Groep 3: Deze groep omvat pulmonale hypertensie als gevolg van longproblemen, zoals chronische obstructieve longziekte.
- Groep 4: Deze groep omvat pulmonale hypertensie als gevolg van een longembolie (bloedstolsels die naar de longen gaan) of pulmonale trombose (bloedstolsels die zich in de longen vormen).
- Groep 5: Deze groep omvat pulmonale hypertensie als gevolg van diverse andere oorzaken, die niet in de andere vier categorieën passen.
Overzicht
De WHO-classificatie van pulmonale hypertensie is nuttig voor specialisten die veel te maken hebben met patiënten met pulmonale hypertensie. Maar het is een complex classificatiesysteem met weinig conceptuele samenhang (dus het moet uit het hoofd worden geleerd in plaats van 'uitgezocht').
Als u pulmonale hypertensie heeft, hoeft u zich geen zorgen te maken over het classificatiesysteem. Het belangrijkste voor u is niet hoe uw pulmonale hypertensie wordt geclassificeerd, maar dat uw arts alles doet wat nodig is om de specifieke oorzaak van uw aandoening te achterhalen, zodat uw behandeling op de juiste manier kan worden afgestemd.