Verschillen tussen klinische en niet-klinische medische banen

Posted on
Schrijver: Judy Howell
Datum Van Creatie: 25 Juli- 2021
Updatedatum: 17 November 2024
Anonim
Klinische Technologie voorlichtingspresentatie 29 oktober 2021
Video: Klinische Technologie voorlichtingspresentatie 29 oktober 2021

Inhoud

Het verschil tussen klinische en niet-klinische banen is vrij eenvoudig. Alleen omdat u in een kliniek of ziekenhuis werkt, wil nog niet zeggen dat uw rol klinisch is. De term heeft te maken met het al dan niet behandelen van patiënten of het verlenen van directe patiëntenzorg van welke aard dan ook, in welk geval uw baan klinisch is. Niet-klinisch werk kan de patiëntenzorg ondersteunen, maar het werk biedt geen directe diagnose, behandeling of zorg voor de patiënt.

Voorbeelden van klinische rollen

Klinische rollen hebben vaak face-to-face contact met patiënten ten behoeve van diagnose, behandeling en doorlopende zorg. Sommige klinische beroepen zijn achter de schermen, zoals laboratoriumprofessionals wiens werk diagnose en behandeling ondersteunt.

Voor klinische rollen is vaak certificering of licentie vereist.

Dit zijn rollen waarin de professional directe patiëntenzorg biedt:

  • Arts (MD): Artsen behandelen patiënten doorgaans, hoewel het, afhankelijk van hun administratieve taken, minder prominent kan worden, zoals bij afdelingshoofden.
  • Ziekenhuisarts (MD): Een hospitalist is een arts die gespecialiseerd is in de zorg voor gehospitaliseerde patiënten en wiens praktijk in het ziekenhuis is, niet op kantoor. Hospitalists zijn board-gecertificeerd in interne geneeskunde en goed thuis in de unieke behoeften van de gehospitaliseerde patiënt.
  • Physician Assistant (PA): De PA biedt een breed scala aan gezondheidsdiensten die traditioneel door een arts werden uitgevoerd. De PA kan lichamelijk onderzoek uitvoeren, ziekten diagnosticeren en behandelen, tests bestellen en interpreteren, advies geven over preventieve gezondheidszorg, voorlichting geven aan patiënten en familie, helpen bij operaties, medische bevelen geven en recepten schrijven.
  • Verpleegkundig specialist (NP): Een verpleegkundige is een geregistreerde verpleegkundige (RN) die een masterdiploma en geavanceerde praktijkcertificering heeft behaald in het beheer van acute en chronische medische aandoeningen, waaronder diagnostische tests, medicatiebeheer en monitoring, patiënt- en gezinseducatie en nazorg. Verpleegkundigen (NP) bieden hetzelfde niveau van zorg als huisartsen en kunnen dienen als reguliere zorgverlener van een patiënt.
  • Geregistreerde verpleegkundige (RN): Het RN beheert de patiëntenzorg, neemt de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg voor de patiënt en regisseert de zorg van andere zorgverleners.
  • Gelicentieerde praktische verpleegster (LPN): De LPN assisteert bij de coördinatie en uitvoering van het zorgplan zoals gedelegeerd door de RN. De LPN heeft een vergunning om bepaalde medicatie toe te dienen, vitale functies te nemen en veel procedures voor patiëntenzorg uit te voeren.
  • Verpleegkundige anesthesist (CRNA): De CRNA is een gevorderde praktijkondersteuner met een gespecialiseerde opleiding en training in anesthesie. Een anesthesiemedewerker vormt samen met een anesthesioloog uw anesthesieteam.
  • Patient Care Technician (PCT): De PCT helpt bij de zorg voor patiënten zoals gedelegeerd door de RN door vitale functies te nemen, bloedmonsters te verzamelen voor testen en urinekatheters in te brengen. De PCT biedt ook persoonlijke zorg aan patiënten.
  • Chirurgische assistent (CSA): De CSA is een gecertificeerde professional die chirurgen bijstaat bij een breed scala aan chirurgische procedures, waaronder orthopedische, vasculaire en algemene chirurgie.
  • Verpleegkundig assistent (CNA): De CNA biedt kwaliteit van leven aan patiënten in verpleeginstellingen en klinieken onder leiding van een RN of LPN.
  • Geallieerde gezondheidswerkers: Deze omvatten medische assistenten, medische technologen, medisch laboratoriumtechnici, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, ademtherapeuten, logopedisten, diëtisten, diagnostische medische sonografen, röntgenologen, apothekers en meer.

Voorbeelden van niet-klinische rollen

Niet-klinische rollen zijn rollen die geen enkele vorm van medische behandeling of testen bieden. Niet-klinische rollen zijn onder meer medische facturen en codeerders, transcriptionisten, ziekenhuisbestuurders, receptionisten en iedereen die achter de schermen in een ziekenhuis werkt, zoals personeelszaken, IT, biomedische technici, administratieve assistenten, enz.


Sommige niet-klinische medewerkers hebben wel interactie met patiënten, maar bieden eigenlijk geen medische zorg.

Er zijn veel andere niet-klinische rollen in de medische industrie, zoals medisch transcriptionist, farmaceutisch vertegenwoordiger, biomedische technologie, medische recruiter en verkoop van medische apparatuur.